Bij het bedijken van de polder Nieuwenhoorn rond 1367 was van elke honderd gemeten één gemet (ongeveer een halve hectare) bestemd voor de kerk. Van de opbrengst van deze landerijen kon de bouw van de kerk worden bekostigd. Een opgraving onder de vloer van de consistoriekamer in 1977 legde de stenen fundering van het vroegere koor bloot, die uit de tweede helft van de 14e eeuw bleek te stammen.
Het koor vormde het belangrijkste gedeelte van de kerk, omdat zich hier het altaar bevond waar de mis werd opgedragen. Naast dit koor bevond zich het schip, de ruimte waar de kerkgangers bijeen kwamen. Er is niets bekend hoe de eerste versie van dit schip eruit zag. Door gebrek aan archieven en archeologische aanwijzingen kan er niets zinnigs worden gezegd over de bouwstijl, de gebruikte materialen en de afmetingen.
Vervolgens werd vermoedelijk rond 1500 de kerktoren gebouwd, die op zo’n 25 meter van het koor kwam te staan. Tenslotte werd het nieuwe, huidige schip tussen het koor en de toren gerealiseerd. Op een gevelsteen in de zuidgevel wordt de oplevering van dit middenschip herdacht: ‘’anno xvc ende xii doen wort dese keerc toe gheleyt in den april’. Tijdens de bouw werd aan de noordzijde van het schip ook een dwarsarm opgetrokken.
Het is onbekend aan welke heilige de kerk was opgedragen. Wel bevond zich in de kerk een apart altaar voor de Heilige Anna en de Maagd Maria. Omstreeks 1500 nam de Annadevotie in Nederland een grote vlucht. Anna was de beschermster van de landbouw, het huwelijk, de kuisheid en vruchtbaarheid en aangezien de verering van Anna ook in Nieuwenhoorn plaatsvond, kan de vernieuwing en uitbreiding van de kerk ter ere van deze heilige zijn gebeurd.
Na de reformatie in 1572 werd de kerk ingericht voor de protestantse eredienst. Katholieke kenmerken zoals heiligenbeelden en altaren werden verwijderd. Als enige overblijfsel is een kleine uitholling in de zuidwand van het schip te vinden, waar vroeger het wijwaterbakje zat. Het koor verloor ook zijn functie en werd al snel afgebroken. Later verrees op die plek een aanbouw dat in de bronnen bekend staat als het ’s lands huis, met daarnaast een brandspuithuisje. Dit was op den duur echter zo bouwvallig dat het in 1849 werd afgebroken en vervangen door de huidige consistoriekamer. Ook de noorderdwarsarm is rond die tijd gesloopt. Sinds omstreeks 1855 heeft de kerk dus haar huidige vorm.
Tekst: Bob Benschop