TL14Petrus Montanus (de Latijnse vorm van zijn oorpronkelijke naam Pieter Berch) werd in 1621 beroepen als predikant in Nieuwenhoorn. Tot zijn overlijden in 1638 diende hij die gemeente, maar hield zich daarnaast bezig met studie op taalkundig gebied, en dan vooral het onderzoek naar de vorming en uitspraak van klanken.

Over het leven van Montanus is verder weinig bekend, hij begon waarschijnlijk pas op zijn 24e met de studie theologie, maar het is onduidelijk of hij voor die tijd een andere studie heeft gevolgd of werkte. Hij was getrouwd met Aeltjes Ariëns, die hun dochtertje leerde lezen met een door Montanus bedacht systeem.

Zijn voornaamste verdienste was echter het boek over klankleer dat in 1635 verscheen onder de titel 'Bericht van een niewe konst, genaempt de spreeckonst', dat hij zeer ambitieus introduceerde als ‘zeer nut en dienstig voor alle mensen’. Iedereen die met taal te maken had, zou er iets van opsteken: leraren, dichters, artsen en ouders. Met dit werk was hij de grondlegger van de Nederlandse fonologie. Het werd in 1964 heruitgegeven en is sindsdien onderwerp van wetenschappelijk onderzoek geweest.

Tekst: Bob Benschop

Retour2